Klepveren zijn:
1) het meest kritieke component
2) het minst begrepen onderdeel van een motor.
Het selecteren van de juiste klepveer begint met het bepalen van het doel (gebruik) van de motor en het kiezen van de overige delen van de kleppentrein zodat het geheel beantwoordt aan de doelstellingen van de motor bouwer.
De Klepveer wordt zodanig gekozen dat de eigenschappen bijdragen aan het doel om de motor zijn optimale vermogen te laten genereren. het heeft namelijk geen enkele zin om een nokkenas te kiezen die tot 8,000rpm vermogen geeft als de klepveer daar niet op is aangepast.
Een foute keuze van de klepveer is een van de meest voorkomende oorzaken van het vroegtijdig falen van de motor. Andere oorzaken zijn onder andere, een foutieve montage en beschadigde klepveren (breuk).
Selecteren van de juiste klepveer
1. Gebruik alleen klepveren die de juiste klepveerdruk geven bij zowel "Full Lift" als in "Seat Position".
2. Het kan zijn dat de ideale klepveer het nodig maakt dat de cilinderkop (Spring Pocket) bewerkt moet worden.
3. De meest voorkomende fout is niet het localiseren van de meest geschikte klepveer, maar de componenten die in direct contact staan met de klepveer.
- Een klepveer die te veel speling heeft op de klepveerschotel (retainer) zal "rond dansen" en overmatige vibraties geven die op termijn, schadelijk zijn.
- Een klepveer die te weinig speling heeft op de klepveerschotel zal voortijdig falen (breken).
Juit hierom is er een enorme keus uit Retainers (Staal, Aluminium, Titanium) en Onderlegschotels (Seat Cups/Locators). Maak hierin een verstandige keuze of laat u door ons adviseren.
Behandelen van een Klepveer
1. Behandel de Klepveren met zorg. Zet ze nooit in een bankschroef, grijp ze nooit met een tang of sla er op met een (stalen) hamer. Het zal de veer beschadigen (haarscheurtjes) die uiteindelijk zullen resulteren in veer breuk.
2. Gebruik bij het demonteren van meer-delige klepveren altijd een plastic object en nooit een schroevendraaier of iets dergelijks, zodat het "Shot-Peened" oppervlak niet kan beschadigen.
3. Klepveren zijn voorzien van een coating die roestvorming tegen gaat. Laat deze coating gedurende montage zitten en reinig de veren niet met oplosmiddelen. Oplosmiddelen werken roestvorming in de hand. Zelfs de meest geringe vorm van roestvorming kan leiden tot grote problemen.
Controleren van de klepveerdruk
1. De klepveren worden, fabriek af, geecontroleerd op klepveerdruk. Een variatie van +- 10% is acceptabel voor nieuwe klepveren.
2. Als de klepveerdruk wordt gecontroleerd, noteer dan de druk (en lengte) van elke afzonderlijke veer. Hou de veren/retainers/locators als unit bij elkaar.
3. Druk de veer aan tot de "Geinstalleerde Hoogte". Dit is de hoogte die de veer heeft als de klep gesloten is en is de afstand van de bovenkant van de voor tot de onderkant van de Locator.
Installatie
1. Controleer voordat de klepveer gemonteerd wordt, de geinstalleerde hoogte (Diagram A). Dit is de lengte van de onderkant van de retainer (bovenkant klepveer) en de onderkant van de onderlegschotel.
Installeer nu de klep in de klepgeleider en monteer de retainer en klepspieen (valve locks)
Meet na installatie van alle kleppen de geinstalleerde lengte van elke klep. De klep met de korste geinstalleerde lengte wordt de geinstalleerde lengte voor ALLE kleppen.
2. Monteer extra shims om de geinstalleerde hoogte voor alle klepveren gelijk te maken. (een gelijk hoogte betekent in principe een gelijke klepveer druk).
3. Meet, voor het verwijderen van de retainers, de afstand van de onderkant van de onderlegschotel tot de onderkant van de retainer. Deze afstand moet GROTER zijn dan de kleplift. Is dit niet het geval dan moet de kop zodaig aangepast worden dat dit wel het geval is.
4. Als de klepveren zijn geinstalleerd is het zeer belangrijk om te controleren op "Coil Bind" (massief slaan van de klepveer). Dit betekent concreet dat er een minimale opening van .060" (1.5mm)tussen de windingen van de veer moet zijn. Is dit niet het geval vervang dan de veren door andere.
5. Controleer ook de speling tussen de retainer en de binnenkant van de tuimelaar (rocker arm), en de positie van de tuimelaar op de klepsteel in rust (seat) en bij Full Lift. Eventueel kan deze geomterie aangepast worden door gebruik te maken van een andere lengte stoterstangen
Het inlopen van de Klepveer
1. Laat nooit de motor hoge toeren draaien als de veren nieuw zijn. De motor moet eerst rustig tot werktemperatuur komen op 1,500-2,000rpm. Zet de motor af en laat de veren afkoelen tot kamertemperatuur. Nadat de veren zijn ingelopen zal de veerdruk iets teruglopen, dit is normaal. De nieuwe veerdruk zal nu bij normaal gebruik constant blijven.
Als de veer veel druk heeft verloren dan is dat meestal het gevolg van oververhitting en een overmatig toerental.
