donderdag 1 mei 2014

Vacuum diagnose












MOTOREN TESTEN MET EEN VACUUM METER



Vacuum meters worden al heel lang en met veel succes gebruikt. Zelfs met de moderne computergestuurde motoren kan een vacuum meter nog steeds een zeer handig tool zijn in het stellen van diagnoses.

De relatie tussen de motor en de versnellingsbak

Erg belangrijk om de juiste diagnose te kunnen stellen aan versnellingsbak gerelateerde problemen is om er zeker van te zijn dat de motor goed functioneert. Als bijvoorbeeld de motor performance achterblijft wordt de verkeerde informatie naar een bak gestuurd (vacuüm leiding, gaspedaal of beiden). Deze signalen zijn bedoeld om de werking van de bak en de motor synchroon te laten lopen. Problemen met het luchtfilter, bougies, EGR klep en/of delen van het brandstof- en elektrisch systeem kunnen de reden zijn dat de bak niet goed functioneert.

Motor performance testen met een vacuüm meter

Een vacuüm meter doet niets anders dan het meten van het drukverschil tussen de atmosferische druk, en de onderdruk in het inlaat systeem. De zuigers zijn in deze set-up niets anders dan een vacuümpomp. Het vacuüm(onderdruk) dat de zuigers creëren wordt mede bepaald door:
  • Zuigerveren
  • Kleppen
  • Ontstekingsyteem
  • brandstofsysteem
  • Andere componenten die van invloed zijn op het verbrandingsproces
Elk component heeft een andere invloed op de onderdruk. De correcte werking van die componenten kan worden afgelezen aan de hand van afwijkingen ten opzichte van normaal.
Het is hierbij belangrijk niet alleen de waarde af te lezen maar het gedrag van de naald te observeren en anlyseren.

Enkele voorbeelden zijn:

Een normaal werkende motor
Bij zeeniveau en stationair toerental is een onderdruk van 0.57-0.71 bar (17-21 inch) normaal. Als het gaspedaal snel open en dicht wordt gedraaid zal de onderdruk terugvallen tot minder dan 5 inch en dan weer terugkomen tot 21 inch of meer.

Algemene problemen met de ontsteking en/of hangende kleppen
Met de motor in stationair kan een continue fluctuatie van 0.034-0.068 bar (1-2 inch) duiden op een probleem in het ontstekingsyteem. Controleer de bougies, elektrode afstand, het primaire circuit, bougie kabels, verdelerkap en/of bobine.
Een fluctuatie van 0.10-0.14 bar (3-4 inch) kan duiden op hangende kleppen.

Lekkend inlaatsysteem, Kleptiming, en/of (te) weinig compressie
Een onderdruk die bij stationair veel lager is dan normaal kan duiden op een vacuumlek in het inlaatsysteem, carburateur pakking etc.
Weinig onderdruk kan ook een verkeerde kleptiming en slecht afdichtende zuigerveren betekenen.

Tegendruk in het uitlaatsysteem
Als de motor stationair draait, en het toerental langzaam wordt verhoogd naar 3,000rpm, dan zal de onderdruk steeds hoger worden. Is dit niet het geval dan is er waarschijnlijk te veel tegendruk in het uitlaatsysteem.
De motor "spoelt" niet en het volumetrisch rendement gaat omlaag.

Lekke koppakking
Als de motor stationair draait zal de vacuummeter steeds scherp wegvallen elke keer als de lekkage zich voordoet. Als de lekkage "naar buiten" is dan zal de onderdruk wegvallen tot ongeveer 0.34-0.41 bar (10-12 inch). Als de lekkage zich voordoet tussen twee cilinders dan is de drukval nog veel groter.
Door middel van een lektest kan precies bepaald worden waar het probleem zich bevindt.

Problemen in de brandstofvoorziening
Pas nadat alle andere systemen zijn gecontroleerd en goed werken kan pas het brandstofsysteem worden nagekeken.
Problemen in dit systeem (pomp) zijn aannemelijk als de naald een langzame "sweep" van 0.14-017 bar (4-5 inch) laat zien.
Uiteraard kunnen verschillende motoren verschillende metingen geven, maar de relatie en verhouding tussen de metingen blijft gemiddeld gelijk.



VACUUM METINGEN
TOERENTALMETINGVERKLARING
Stationair
(800-1200 RPM)
Tussen 0.57-0.71 bar (17-21 inch) Motor is in goede conditie.
Snel gas open en weer dicht Springt van 0.07-0.85 bar (2-25 inch) Motor is in goede conditie.
Rustig stationair Meting blijft stabiel maar is lager dan normaal Versleten zuigerveren
Snel gas open en weer dicht Springt van 0-0.75 bar (0-22 inch) bevestiging van versleten zuigerveren
Stationair Loopt onregelmatig terug en komt weer terug op normaal Kleppen blijven hangen.
Stationair op 3000rpm Naald beweegt heftig heen en weer. Hoe hoger het toerental hoe onregelmatiger de uitslag Klepveerspanning te laag
Stationair Snelle fluctuatie tussen 0.48-0.65 bar (14-19 inch) Versleten inlaatklepgeleiders. Overmatige vibratie (van de naald) wijst op een lekke koppakking.
Stationair Vacuum loopt langzaam terug Verbrandde klep, of te weinig klepspeling die de klep open houdt. Kan ook een misfire van de bougie zijn.
Stationair Stabiel tussen 0.30-0.48 bar (8-14 inch) Nokkenastiming incorrect. Houdt in gedachten dat een vacuumlek en/of te weinig compressie een lage meting kunnen laten zien.
Stationair Stabiel tussen 0.48-0.54 bar (14-16 inch) Verkeerd ontstekingstijdstip
Stationair Loopt langzaam op van 0.48-0.54 bar (14-16 bar) Elektrodeafstand te klein (of dual onstekingspunten lopen niet synchroon)
Stationair Loopt langzaam op van 0.17-0.65 bar (5-19 inch) Compressie verlies tussen cilinders
Stationair Blijft stabiel op 0.17 bar (5 inch) Intake manifold pakking en/of cabruateurpakking lek.
Stationair Beweegt zich tussen 0.40-0.54 bar (12-16 inch) Verkeerd afgestelde carburateur
Snel en kort gas open Valt snel terug naar nul en komt dan weer terug naar normaal Demper is goed
Snel en kort gas open Valt langzaam terug naar nul en komt dan ook weer langzaam terug naar normaal Demper is verstopt (te veel backpressure)