zaterdag 16 juni 2012

Koelsystemen









Verwarring over Koelsystemen kan tot problemen leiden




Eerst even een paar feiten:

- Van alle vloeistoffen in een motor wordt aan Antivries/Koelwater het minste aandacht besteed
- Een slecht functionerend koelsysteem is verantwoordelijk voor meer dan 60% van de problemen die ontstaan in de motor en versnellingsbak(converter)
- Van alle problemen onderweg zijn problemen met het koelsysteem de meest voorkomende
- Meer dan 70% van alle voertuigen heeft in enige mate roestvorming(oxidatie) in het koelsysteem
- Meer dan 60% van de problemen met de waterpomp zijn gerelateerd aan het waterpomp seal
- Meer dan 50% van alle motorproblemen zijn een gevolg van een slecht functionerend koelsysteem

In ieder geval geeft dit duidelijk aan hoe belangrijk het koelsysteem is om de motor goed te laten draaien.

Een koelsysteem is een afgesloten circulatie systeem (onder druk) dat tenminste bestaat uit de volgende zes componenten:

1- Antivries/Koelvloeistof
Koelvloeistof heeft het doel om de enorme hitte die ontstaat bij het verbrandingsproces af te voeren en te verlagen tot de ideale motortemperatuur. Dit ligt voor de meeste motoren rond de 200F of 93C. (onder druk stijgt het kookpunt. Dit is de reden waarom vaak een radiatordop van tussen de 13-15psi wordt gemonteerd)

Om de hitte zo efficient mogelijk te absorberen is het gebruik van antivries zeker aan te raden. Antivries is niet slechts om te voorkomen dat de koelvloeistof in de winter bevriest maar ook om het kookpunt onder controle te houden. Antivries brengt niet de bevriezingstemperatuur omlaag van 0C naar -20C maar legt ook het kookpunt hoger (van 100C naar 106C)...

2- Waterpomp
De waterpomp wordt, of mechanisch, of electrisch aangedreven en zorgt voor een goede circulatie van de koelvloeistof door de motor en radiator. In performance motoren worden vaak electrische pompen gebruikt maar dit is slechts omdat mechanisch pompen vermogen gebruiken.

3- Thermostaat
De thermostaat opent en sluit het koelsysteem afhankelijk van de temperatuur van de koelvloeistof. Dit heeft tot gevolg dat de motor zowel bij hoge als lage belasting altijd op een ideale gebruiks temperatuur blijft.

Radiator
De radiator is bijna altijd aan de voorkant van de motor gemonteerd en bestaat uit een buizenstelsel met koelvinnen.
Een goed functionerende radiator heeft tenminste een warmteverschil van 3C tussen de ingaande en uitgaande leiding. Een doorgespoelde radiator hoeft geen garantie voor een goed functionerede radiator te zijn. De koelvinnen kunnen zijn gecorrodeerd waardoor ze minder efficient zijn in het geven van voldoende koeling.

Fan
De koelfan zit direct achter de radiator en heeft als functie om voldoende lucht door de radiator te trekken bij lage rijsnelheden. Ook koelfans kunnen mechanisch of electrisch aangedreven zijn.

Aandrijfriemen en Slangen
Alle koelvloeistof vloeit door de slangen. Het is dus zaak deze slangen goed te onderhouden en te zorgen dat ze niet kunnen beschadigen. Controleer de regelmatig op scheurtjes en lekkage. Ook moet het rubber soepel en veerkrachtig aanvoelen. Is dit niet het geval, vervang ze dan direct.


In tegenstelling tot de klassieke auto's is het tegenwoordig soms een behoorlijke klus om de radiator bij te vullen. Vanwege de aerodynamische vorm van de auto is deze steeds verder weggewerkt op steeds lagere plaatsen. De kans dat er luchbellen ontstaan tijdens het bijvullen zijn dus veel groter.
Net zoals het onluchten van het remsysteem ontkomen we er ook bij het koelsysteem niet aan. Probeer daarom altijd om het systeem af te vullen bij het hoogst mogelijke punt. Dit kan de radiator kap zijn maar ook net zo goed een ander punt.

CONTROLE
Start na het bijvullen de motor en zet de verwarming helemaal open (laat de radiatordop er af). Hierdoor vloeit de koelvloeistof door het gehele systeem en neemt eventuele luchtbellen mee naar de radiator (waar ze ontlucht kunnen worden). Verhoog het toerental tot ongeveer 2,000rpm en hou dit voor ongeveer 15 seconden vast. Doe dit drie keer achter elkaar. Hierdoor wordt de snelheid van de koelvloeistof door het systeem verhoogt en luchtbellen gemakkelijker meegenomen.

Monteer nu de radiatordop en rij rustig totdat de normale gebruikstemperatuur is bereikt. Als de temperatuur meter een te hoge waarde aangeeft (of bij bochten snel op/afloopt), herhaal dan het ontluchtingsproces.